Ongeveer een maand geleden schreef ik een gedicht wat ik voordroeg op het afscheidsfestival van het cafe De Kok en de Tuinman in Rotterdam Noord. Nu, ruim twee weken sinds ik onverwacht en veel sneller dan ik had gedacht afscheid moest nemen, kijk ik terug op het gedicht. Of eigenlijk, ik ben pas net aan afscheid nemen begonnen, of nog niet eens, want het besef dat iemand er niet meer is kan soms lang duren om in te dalen. Tegelijkertijd ben ik er in tekst al een langere poos mee bezig. Ik vraag me af of er zoiets als pré-rouw bestaat. Een voorbereiding. Ik vermoed van wel.
Het gedicht is ergens zo omvattend denk ik, refereert ook nog aan wat komen gaat. Ik heb overigens besloten om ook een (dicht)bundel te maken voor mijn afstuderen. Een bundel, wellicht niet zo conventioneel, misschien meer een boek. Ik houd me aan de vrijheid in vorm, in complexiteit of juist simpliciteit, maar: er komt een boek. Hierbij heb ik het gezegd, als het ware een schriftelijk contract, iets om mijn wisselvallige brein aan te houden.
Afijn: het gedicht zonder titel volgt onder deze foto.

iemand zegt het bestaat niet iemand zegt dat het bestaat en dat het wankelt iemand zegt er zijn zoveel manieren en alles mag, ‘t kan zijn wat je wilt iemand zegt het is iets wat je deelt, tis niet zo groot eigenlijk, misschien niet eens zo speciaal want tis van ons allen, we doen het allemaal iemand zegt soms, wanneer het gebeurt, dan zal je niet eens weten dat het zover is iemand zegt dat het niet de tijd is, maar de duur dat wat leeft en wringt in duur zit dus je begint te zoeken naar dat wat duurt en alles duurt zelfs al denk je dat het stopt iemand zegt het is opnieuw de kinderogen in jezelf herkennen iemand zegt het veranderd enkel van vorm iemand zegt sta je nog wel eens stil iemand zegt het is een fel, scherp licht soms iets te fel iemand zegt je moet het vieren iemand zegt nee je moet rennen eraan voorbij en door en door en door en opnieuw en opnieuw en opnieuw iemand zegt en sporen nalaten, overal! niets uitwissen! iemand zegt maar alle beelden zullen ooit verdwijnen iemand zegt het zit ‘m in het laatste, in alle laatste keren iemand zegt, het is zoals je soms een kamer uitloopt je loopt je stapt over de drempel misschien niet eens moedwillig maar de sleutel is in je hand al stevig vast daarbuiten slaat de kou je hard op een kier begin je te trekken langzaam dicht achter je weet dat het leeg is dat in de klik een nieuw slot valt dat weet je, want dat is wat het soms is afsluiten zonder dat je zelf zonder dat het slot zonder dat (daarbuiten sta je naast de mensen die het binnen gekend hebben zoals het ooit was en de mensen die het nooit echt zullen weten)
Het veranderd enkel van vorm
ben geinteresseerd in je dichtbundel <3
Ik denk dat we allemaal wel een iemand of onszelf herkennen in al hetgeen jouw iemanden zeggen!
Moou naomi!